|
(info Jan
Verkaik, Nol van Hoeijen en Ger Hoogendoorn)
Beknopte geschiedenis van buurthuis
Stella Maris.
1900.
Het gebied Hoogstraat e.o. wordt
vanouds gerekend tot het werkgebied, wijk 7, van de Sint
Josephkerk (1901) aan de Draaiweg. Naast kerkelijke
activiteiten, werden vanuit de parochie ook andere
activiteiten “ter verheffing van het volk” ontplooid. Stella
Maris werd in 1949 opgericht door kapelaan Jansen. Als
tegenhanger van Joseph, één van de schuilnamen van Maria,
werd als titel gekozen:
Stella Maris - Sterre der Zee.
Het thuishonk was gevestigd
in Hoogstraat 31-33, een tweelinggebouw, een dependance van
de Sint Josephparochie (Draaiwegkerk) dat ook gebruikt werd
als kapel voor kerkdiensten en als kleuterschool. Links
onder was de kapel en rechtsonder de kleuterschool. Deze
school stond onder supervisie van mevrouw van Alphen. De
kinderen mochten met 4 jaar naar de kleuterschool. maar als
mensen in nood zaten kneep mevrouw van Alphen een oogje
dicht en liet zij ook wel eens kinderen vanaf 2 jaar toe.
De heer van Dort, de vader van
Cor van Dort, - die tegenover het gebouw woonde - was de
koster van de kapel en tevens de leider van een koortje dat
tijdens de kerkdiensten zong. De organist was de heer
Schipperijn, hij was tevens de dirigent van het koortje. De
mis werd voorgedragen door Pater van Rooijen. Juffrouw
Kremer was de kleuterjuf. In het gebouw waren verschillende
activiteitenruimtes, een kantoor, een spreekruimte en een
sport- en spelzaal.
Achter de kleuterschool was een
figuurzaagclubje, dat onder leiding stond van de heren
Berrends en Baars. Het hout dat zij gebruikten werd gebietst
bij houtbedrijven en bij mensen uit de buurt die voor hun
dagelijks brood met hout werkten. Op de zolders lagen
allerlei zeeverkenners en kampeerattributen opgeslagen,
waaronder een aantal dekzeilen van hoge kwaliteit van
zeilmakerij Lammerts &van Bueren aan het Neude.
De activiteiten in Stella Maris
(want ook het gebouw ging zo heten) werden georganiseerd
door vrijwilligers uit de parochie en uit de buurt. Op hun
beurt stonden zij onder leiding van een groep notabelen uit
de wijk en die kregen weer allerlei adviezen en richtlijnen
van aalmoezenier Jansen.
Later trok Stella Maris ook in
het pand aan de Anthoniedijk 9 waar zij de benedenverdieping
ging gebruiken.
1950.
Er werd besloten om de
activiteiten onder te brengen in een stichting. Logisch,
want de verantwoordelijkheid voor alles wat in Stella Maris
rondging, lag formeel bij de parochie en het
parochiebestuur. Het was al moeilijk genoeg om de kerk in
goede staat van onderhoud te houden. De eventuele noodzaak
om grote voorzieningen te treffen in Hoogstraat 31-33 zou
dus slecht uitkomen. Bij de oprichting van de stichting
Stella Maris Werk, werd de eigendom van het gebouw
waarschijnlijk voor het bekende symbolische bedrag van ƒ 1,-
overgedragen aan het stichtingsbestuur. In de statuten werd
nog gesproken in termen van “verheffing van het volk” en “onmaatschappelijkheidsbestrijding”.
In het bestuur was een kwaliteitszetel ingeruimd voor de
parochie, c.q. de aalmoezenier. Voor een eventuele latere
wijziging van de statuten en voor vervreemding van
bezittingen was goedkeuring vereist van het bisdom Utrecht.
1960.
In de loop van de jaren ’60
werden kleine stukjes van het vrijwillige kerkelijke
maatschappelijk werk (in katholieke parochies en hervormde
gemeentes) “overgenomen” door professionals, vaak binnen het
kerkelijke verband, maar in toenemende mate daarbuiten.
Halverwege de jaren ’60 kwam bij Stella Maris de eerste
parttime beroepskracht, Hans Timmermans, in dienst. Een deel
van de kosten werd gedragen door het ministerie van Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk werk (CRM).
1970.
In het begin van de jaren ’70
werd het mogelijk om extra middelen te krijgen voor de
buurt. De opleidingen en inkomens waren laag. De
werkloosheid, de gezondheids- en gezinsproblemen waren
groot. Het was een gesloten gemeenschap waardoor de
communicatie en contact met de buitenwereld er nauwelijks
was. Hoe ze dat laatste wisten ? Gewoon …….. bij de
PTT het aantal telefoonaansluitingen opvragen. Er waren maar
weinig aansluitingen in de Hoogstraat e.o.
Stella Maris werd in augustus 1973 een OBS project:
“Opbouwwerk in bijzondere situaties”.
Dat leverde een smak geld op.
Het oorspronkelijke “werkgebied”
moest wel uitgebreid worden met:
Lauwerecht Noord
= Lauwerecht - Goeman Borgesiuslaan tot aan de
Draaiweg
de “overkant” = het
gebied tussen Anton Geesinkstraat – Omloop – Vinkertlaan
– Petemoederslaan
het Anthonieplein = een
complex van 30 “bungalows” van de
stichting Volkswoningen.
Het werkgebied werd zodoende
ongeveer 3x zo groot en er woonden om en nabij de 2500
inwoners. Stella Maris kreeg een staf van 9 (!)
beroepskrachten: 2 peuterleid(st)ers / 1 kinderwerk(st)er /
2 jongerenwerk(st)ers / 1 volwassenenwerk(st)er / 1
maatschappelijk werk(st)er / 1 opbouwwerk(st)er / 1
projectleid(st)er. Daarnaast nog 1 beheerder/ster en 1
interieurverzorg(st)er.
Dat paste natuurlijk niet allemaal in Hoogstraat 31-33. Kort
nadat de bezetting compleet was (na de zomer van 1974), werd
de benedenruimte van het badhuis aan de Loevenhoutsedijk in
gebruik genomen als tijdelijke kantoor- en vergaderruimte.
1975.
Ongeveer 1,5 jaar later,
waarschijnlijk eind 1975, werd begonnen met de verbouwing
van de voormalige school aan de Anthoniedijk.
Voor het betrekken van het
nieuwe pand gold één voorwaarde: de groep hangouderen, die
bij goed weer het bushokje bij de Rode Brug bezet hielden en
bij slecht weer naar de eerste verdieping bij Anton Geesink
klauterden, moesten overdag de beschikking krijgen over een
ruimte op de begane grond.
Dat was jammer, want daarmee was de enige grote ruimte niet
meer flexibel inzetbaar. Aan de andere kant: een (trap) lift
zat er niet in en de Vriendenkring was nu eenmaal ook
een groep van (grotendeels) buurtbewoners.
Het was ook niet zomaar een groep: het zal in Nederland
niet vaak vertoond zijn, dat een groep verongelijkte
hangmannen een politiebureau gekraakt heeft, omdat ze
meenden dat ze een dak boven hun hoofd moesten hebben.
Verhuizing.
In dezelfde tijd, dat de
verhuizing van de Hoogstraat naar de Anthoniedijk werd
voorbereid, werd ook gewerkt aan een statutenwijziging. Daar
waren verschillende redenen / aanleidingen voor.
Bijvoorbeeld de stevige veranderingen in de maatschappij en
in het werk. Uitdrukkingen als “verheffing van het volk”
waren niet echt populair meer, omdat die als bevoogdend en
arrogant beoordeeld werden. Daarnaast was er geen binding
meer met de kerkelijke oorsprong van het clubhuiswerk. Niet
onbelangrijk was ook een afweging van financiële aard. Het
werk van Stella Maris werd - op een beetje eigen inkomsten
na – geheel door de overheid betaald en dan hebben we het
over enkele tonnen (in guldens) per jaar. Dat verhield zich
niet goed met de statutaire zeggenschap die de Sint
Josephparochie en het bisdom nog steeds hadden.
De nieuwe naam na de statutenwijziging: stichting Buurtwerk
Stella Maris.
Hoogstraat 31/33.
Het oude gebouw in de Hoogstraat
is op enig moment gesloten en afgestoten, waarschijnlijk in
’78 of ’79. De eerste tijd na de oplevering van het nieuwe
Stella Maris zijn de kinder- en jongerenwerk activiteiten
(met name sport en spel) in de Hoogstraat gebleven.
De kwaliteit van het oude gebouw liep echter gestaag
achteruit. De geschiktheid van het gebouw was altijd al
twijfelachtig geweest. De brandveiligheid zou nu een reden
geweest zijn, om de tent onmiddellijk te sluiten. In sommige
ruimtes kwam geen daglicht binnen. De veel te steile trap
naar de eerste verdieping hing letterlijk in de muur van de
buurman; hij moet jarenlang het gevoel gehad hebben, dat er
over hem heen gelopen werd.
Bezetting Stella Maris.
Stella Maris kreeg de
beschikking over het pand aan de Anthoniedijk. De
welzijnsorganisatie runde het buurthuis en al haar
activiteiten tot eind jaren '80. Uit ongenoegen over het
functioneren van Welzijn hebben de buurtbewoners het pand
gekraakt en de beroepskrachten de toegang ontzegd.
Stella Maris werd samen met de
buurthuizen Odin, Makosa en Zuilen ondergebracht bij Welzijn
Noord en daarmee bracht Stella Maris 350.000 gulden aan geld
en onroerend goed (pand Hoogstraat) in het laatje van
Welzijn Noord.
Er werd een accommodatieraad
opgericht, die bestond uit voorzitter Ger Hogendoorn die
vanuit welzijn Noord kwam en de vrijwilligers van Stella
Maris.
Vanaf dat moment runden de
vrijwilligers de activiteiten en van de winst die werd
gemaakt op de drankverkoop (de ijskast) en de contributie,
gingen de kinderen een maal per jaar op kamp naar Austerlitz.
De financiële afwikkeling van
huur en onderhoud bleef wel bij Welzijn tot 1 januari 2009.
De afdeling DMO van de gemeente droeg vanaf die tijd de
verantwoordelijkheid voor de huur, gas en licht.
Tussenstap.
Toen er in 1995 dóór de buurt en
vóór de buurt plannen gemaakt werden voor een stuk nieuwbouw
langs de Vecht en de Loevenhoutsedijk onder de nu bekende
naam "Utregs Geluk" is er tijdens de Planidentivicatie een
convenant opgenomen dat het college van B&W ondertekend
heeft. Daarin is opgenomen dat er in onze buurt een
buurthuisfunctie zal blijven bestaan. Heel goed dat het
buurtcomité dat toen heeft laten doen want bij de eerste
ronde van opheffen van buurthuizen was Stella Maris er ook
één van. Dát kon gelukkig teruggedraaid worden en de
buurthuisfunctie bleef. Dankzij het convenant!
Inkrimping.
Door inkrimping van alle
buurthuizen in de stad was ook het aantal vierkante meters
van Stella Maris teruggedrongen tot de benedenverdieping. De
gemeente heeft onderzocht of de bovenverdieping verhuurd kon
worden, maar dat bleek geen haalbare kaart. Overigens gingen
de kosten voor dat enorme pand wel gewoon door.
2011.
Begin 2011 kwam plotseling de
boerderij aan de Jagerskade 4 leeg. Dat was voor de gemeente
aanleiding om aan de gebruikers van Stella Maris voor te
stellen daar naar toe te verhuizen zodat het pand aan de
Anthoniedijk leeg zou komen. De gebruikers stonden daar niet
onwelwillend tegenover, mits er aan hun wensen voldaan kon
worden. Zo is de boerderij in zijn geheel verbouwd tot
ruimtes die volgens de gebruikers ingericht moesten worden.
Voorwaarde van de gemeente was wel dat er een Stichting
Stella Maris opgericht diende te worden. Omdat zij alleen
maar zaken doen met een rechtspersoon.
Nu.
De stichting is inmiddels
opgericht en gaat naar de wens van de gemeente, het pand in
zelfbeheer runnen. Stella Maris aan de Athoniedijk is
opgeheven. Het nieuwe Stella Maris aan de Jagerskade 4 wordt
inmiddels intensief gebruikt en is een waardevolle
toevoeging aan onze buurt.
Wilt u reageren op dit verhaal klik dan
hier
|
|