(Info uit eigen
herinnering, Utrechtsch Nieuwsblad)
In de jaren 50 werden
gaslekken met behulp van lekzoekapparaten opgespoord, een
tijdrovend en kostbaar karwei. Tot een medewerker van het
gasbedrijf een politieagent met een speurhond langs zag
komen en op het idee kwam, om voor het opsporen van
gaslekken een hond op te leiden.
Het gasbedrijf waar hij
werkte, had hier wel oren naar en het liet bij de
rijksspeurhondenschool een hond opleiden. De hond (Kees)
krabde in het begin steeds met zijn poot, maar omdat zijn
nagels er stuk van gingen, is hem geleerd te blaffen.
Na de opleiding werd
Kees begeleid door Nico Kock die in de Hoogstraat op nummer
8 woonde en dat leverde meteen een flinke kostenbesparing
op. Waar men voorheen bij een controle van twee kilometer
buis, veertig uur nodig had, deden Nico en Kees dat in twee
uur. Het reukorgaan van Kees was zo fijn, dat hij lekken
ontdekte, waar zo weinig gas uit kwam, dat het nog helemaal
niet nodig was de gaatjes op stel en sprong te dichten. Toen
er werd overgegaan van stadsgas op aardgas, werd Kees
omgeschoold.
Na een aantal successen
waren Nico en Kees ineens beroemd en kwamen ze in de krant,
op televisie en in vele andere media. Ze werden
internationaal bekend, nadat ze in Denemarken bij een
internationaal congres van gasdirecteuren, een demonstratie
hadden gegeven.
Toen Kees op bijna 12
jarige leeftijd was overleden, werd hun samenwerking
beëindigd en werd een nieuwe gashond opgeleid. De nieuwe
gashond droeg de naam: Gas-O-Bell
o