Aan het einde van de
Loevenhoutsedijk ter hoogte van het muziekhuis/oude badhuis,
waren tot in de jaren '60 weilanden, sloten en wat
boerderijen, ook waren er een aantal natuurijsbanen. IJsbaan
St. Moritz op de hoek St.Anthoniedijk/Inundatiekade en
ijsbaan Siberië voor het spoorviaduct aan de Inundatiekade.
( nu Brailledreef) Onder het viaduct door was ter hoogte van
de van der Mondestraat ijsbaan Arosa. Ijsbaan Arosa is in de
jaren '50 naar de Gageldijk gegaan.
Utrechtsch
Nieuwsblad donderdag 7 januari 1954
|
|
IJsbaan Siberië was een lange
baan voor de hardrijders die 's avonds matig verlicht was.
St Moritz was de gezelligste, een ovale baan, met in het
midden een piste voor kunstrijders die daar op de tonen van
de koekoekwals hun kunsten konden vertonen.
Op de dag schaatsten we op de
bevroren sloten, mooie lange sloten, met rechte stukken waar
je snelheid kon maken. Als je (nog) niet zo goed kon
schaatsen ging je met een stoel het ijs op en probeerde je
staande van achter de stoel de kunst van het schaatsen aan
te leren. We schaatsten op houten Friese doorlopers die je
met linten onder je schoenen moest binden, maar als je een
tijdje geschaatst had gingen die los zitten en schaatste je
meer op de binnenkant van je schoenen dan op je schaatsen.
Als je tegen donker naar huis
ging waren de linten meestal bevroren en kreeg je ze met je
koude handen niet meer los. Met je schaatsen onder liep je
dan naar huis, om ze daar met je voeten op een krant voor de
kachel te laten ontdooien.
‘s-Avonds gingen we naar St.
Moritz, maar geld om een kaartje te kopen was er niet, dus
omzeilden we de bewaking en glipten we via de sloten naar
binnen. Op de baan reden we rondjes en moest je bij ieder
rondje vier keer een bocht nemen, maar dat was lastig.
Schaatsers die de “beentje over techniek” niet onder de knie
hadden
,
gingen dan meestal onderuit of reden het hek in. Onze
buurman Evert Dekker was een van de betere schaatsers, want
die kon op zijn rondrijders achten in het ijs draaien. Dat
vonden we prachtig.
Er was ook een kantine, waar je
allerlei lekkers kon kopen en heerlijk rond een houtkachel
kon zitten om even bij te komen. Die kachel was op een keer
zó opgestookt, dat er schoorsteenbrand uitbrak, maar door
snel te handelen wist het personeel de brand met emmers
water te blussen.
Al vroeg in de winter zetten de
eigenaren het land onder water, in de hoop dat het snel en
hard zou gaan vriezen, want dat was kassa. Het kon in die
tijd behoorlijk vriezen, maar een dun laagje ijs was voor
hen al voldoende om de ijsbaan te openen, met het gevolg dat
het ijs dan niet best was en het water door de tientallen
scheuren op het ijs kwam te staan.
Soms was het ijs zo slecht, dat
er niet meer geschaatst kon worden en werd de baan gesloten.
Dan werden de scheuren met warm water overgoten zodat ze
dicht vloeiden en kon er na een paar dagen al weer
'geschaatst' worden. Toen op een keer de dooi was ingetreden
werd naar onze school gebeld dat we gratis bij St. Moritz
mochten schaatsen, maar het water stond er dik op en je
zakte met je schaatsen diep het ijs in.
Een goede winter was voor de
boeren een prima aanvulling op hun jaarinkomen. Zo goed, dat
de naar Canada ge-ëmigreerde eigenaar van St.Moritz er
altijd even voor terug kwam. Het kon er dan erg druk zijn en
op een gegeven moment was het aan de loketten zo druk, dat
de politie er aan te pas moest komen om de orde te bewaren.
Maar daar hadden wij geen last
van.
Op het complex van
ijsbaan St.Moritz was ook een natuurbad waar je in de zomer
tegen betaling mocht zwemmen en was er een voetbalveld waar
de voetbalvereniging Voorwaarts speelde. De eigenaar van dit
complex was veehandelaar die grote partijen jonge koeien
inkocht. Deze werden in grote veewagens aangeleverd en
werden tot ergernis van de bewoners, op de Loevenhoutsedijk
gelost. Zo nu en dan ontstond er een handgemeen omdat er
veel stront en stro op het wegdek van de Loevenhoutsedijk
achterbleef en de veewagenchauffeur het niet wilde opruimen.
Met een paar vriendjes begeleidde ik de koeien naar het
weiland waar we tegen een dagloon van 25 cent de koeien
mochten schrobben tot dat ze er weer als nieuw uitzagen en
werden ze in partijen door verkocht of gingen ze naar de
veemarkt op de Croeselaan, waar nu de jaarbeurs staat. In de
vakanties mochten we met de verkochte koeien mee met de
veewagen en kwamen we s’-avonds laat weer thuis.
De eigenaar van
Siberië, de heer Jongerius, verhuurde buiten het
schaatsseizoen zijn weilanden, fokte tamme eenden en
verhuurde een zaaltje voor feesten en partijen.
IJsbaan Arosa was voor
de Tuindorpers, maar daar hadden we niks mee.
|
Drukte op de
ijsbaan |
De rondrijders |
De
gemeente keurt het ijs op de sloten.
Wilt u reageren op dit verhaal klik dan
hier