Tranen vloeiden in de Hoogstraat
toen melkhandelaar Herman van de Brink en zijn vrouw Jo, hun
zaak op de hoek van de Hoogstraat (52)/Pijlstraat voorgoed
sloten. Herman had 45 jaar lang de wijk voorzien van melk,
boter, kaas en eieren. Zijn vader was nog iets langer met de
melkkar op pad geweest. Ook zijn zuster Marie (ouwe miechie)
heeft vele jaren in de winkel gestaan.
Herman heeft er een punt achter
gezet, omdat zijn zoons niets voelden voor een carrière
achter de melkkar en hij en zijn vrouw eindelijk van hun
welverdiende rust wilden gaan genieten.
De buurtbewoners hebben het
echtpaar op overdonderende wijze gehuldigd toen Herman zijn
laatste ronde door de wijk had voltooid. Een comiteetje
onder leiding van mevrouw de Rooij stond klaar met
toespraken en cadeaus. Herman kreeg een forse doos sigaren,
een rookstandaard en een liter jonge jenever. Zijn vrouw
kreeg een schemerlamp en een bloemstuk. Er werd gekust en er
vloeiden tranen.
“Waaraan hebben we dat
verdiend”, was alles wat mevrouw van de Brink kon
uitbrengen.
Waarom de melkboer en zijn vrouw
dat hadden verdiend was duidelijk, want deze mensen stonden
dag en nacht voor iedereen klaar. Al kwam je 's avonds laat
om een vergeten pakje boter te halen (en dat gebeurde nog al
eens) dan werd je geholpen en of het nou goed of slecht weer
was, altijd kwam Herman met een vriendelijk gezicht en een
praatje aan de deur.
Zijn vrouw - die de hele dag in
de winkel stond - was net zo; het waren geweldige mensen. De
mensen konden zich niet voorstellen dat de winkel er niet
meer zou zijn.
Een man uit de buurt zei:
“Herman was wat je noemt een stille, maar een goeie kerel en
een harde werker. Ik gun hem z'n rust en die liter jonge”.
De melkverkoop werd overgenomen
door een kruidenier in de Hoogstraat.(nu 39 A).