Menu

Home

Verhalen

Links

Gastenboek

 

 

 

  (info eigen herinnering)

In de tijd dat de kolenkachel de verwarmingsbron was, waren er een aantal brandstoffen-handelaren in onze buurt. Eén ervan was brandstoffenhandel Seinen, die tot eind jaren vijftig was gevestigd op het binnenterrein dat tussen de Loevenhoutsedijk, Anthoniedijk, Pijlstraat en de Hoogstraat lag.

De kolen werden aangeleverd in kiepwagens, waarvan er soms meerdere tegelijk kwamen. Omdat de wagens te groot waren om door de ingang naar het binnenterrein te rijden, werden de kolen vanuit de wagen via lopende banden naar het binnenterrein getransporteerd.

Er was altijd veel bekijks van bewoners, die stonden te wachten tot de klus geklaard was en dan de gemorste kolen opveegden en in emmers mee naar huis namen.

Op het binnenterrein lag een constante voorraad kolen. die hoog boven de schutting uit kwam. De kolen konden per half of heel mud besteld en thuis bezorgd worden. Klein behuisden konden de kolen ook in kleine papieren zakken bestellen.

Het was zwaar lichamelijk werk voor kolensjouwers, want het vullen, laden en lossen van de zakken was handmatig werk. Ook de vrachtwagen werd door de kolensjouwers zelf geladen en dan kon het wel eens gebeuren dat er een zak te veel werd opgeladen.

Bij aflevering aan huis werden de zakken geleegd in de kelder of in een kolenhok, maar als de kolensjouwers pech hadden, moesten ze bij een bovenhuis met een zak van 70 kilo op de schouders de zolder op.

Het was wel raadzaam om bij het lossen aanwezig te zijn om te controleren of het aantal zakken klopte en of ze ook goed gevuld waren, want er waren kolensjouwers bij die onderweg kolen uit de zakken haalden om die voor eigen gewin te verkopen.

Je kon de kolen ook in kleine hoeveelheden afhalen bij het kantoor van de opslag, maar de meeste aanwonenden gingen 's-avonds even over de schutting.

Toen de kolenhandel op hield te bestaan en de laatste kolen waren afgevoerd, kwam aan het licht dat bij sommige huizen een gat in de schutting zat en dat die bewoners (hoogstwaarschijnlijk) jaren lang gratis gestookt hadden.

Toen de kolenhandel het terrein had verlaten heeft daar een aantal jaren vleesgroothandel Dijkhof gezeten. Toen dat bedrijf weg ging, werd het gebouw gesloopt en bleef er een braak terrein over.

Het terrein werd door de kinderen van buurthuis Hoogelanden nog een poosje gebruikt als speelterrein, maar na verloop van tijd was daar geen interesse meer voor.

Inmiddels was duidelijk dat de grond ernstig vervuild was, dus moest het schoongemaakt worden. De grond werd tot een meter diep afgegraven en voorzien van schoon zand.

Omdat de gemeente niet wist wat zij met het terrein aan moest, werd de aanwonenden aangeboden een stuk grond achter hun huis te kopen. De meeste bewoners gingen daar op in en konden hierdoor hun tuin uitbreiden.

De ruimte die overbleef werd ingericht als speeltuintje voor de allerkleinsten. Het werd betegeld en er kwam een aantal speeltoestellen, een glijbaantje, een wip, een klimrek en een paar wipkippen. Kortom: een armoedig speeltuintje.

Wilt u reageren op dit verhaal klik dan hier

 

Terug naar verhalen.

 

 

|| Gerard van Veenendaal/Thea van Hoeijen || Copyright© 2012 || disign by Ron ||