Menu

Home

Verhalen

Links

Gastenboek

 

 

                                 

  Het kaaspakhuis. ( info uit eigen herinnering/archief, foto's Utrechts archief)

Een klein gedeelte van Het Vechthuis, dat aan de Jagerskade staat, werd aan het eind van de zestiende eeuw gebouwd. Dat gedeelte was een gebouw dat tussen de andere huizen aan de Jagerskade stond en heeft door de jaren heen verschillende functies gehad. Het deed onder andere ook dienst als woonhuis, plavuizenbakkerij, smederij, handkarrenverhuurbedrijf en - in mijn jeugdherinnering -, als laatste een kaaspakhuis.

Het gebouw stond vol met stellingen, met daarin verschillende soorten kazen die op houten planken lagen. Als 11-jarige heb ik daar op de woensdagmiddag en de zaterdagmorgen een poosje gewerkt en was het mijn taak de kazen te wassen en te keren. De kazen die binnen handbereik lagen waren makkelijk te keren, maar de kazen die wat hoger in de stelling lagen, moest ik boven mijn hoofd van de plank af trekken. Dan liet ik de kaas op mijn hoofd zakken, keerde de kaas en schoof hem dan voorzichtig van mijn hoofd weer de plank op.

Voor de kazen die nog hoger lagen had ik een trapje, maar dat was wiebelen..

Het keren van de kazen was vooral noodzakelijk om de vorm van de kaas in stand te houden. Het was zwaar werk, want de kazen hadden een gewicht van 12 tot 18 kilogram. In het begin van het rijpingsproces waren vooral de grootste kazen nog wat zacht en wilden ze bij het keren nog wel eens doorbuigen en dan bestond de kans dat ze zouden breken.

Het is me éénmaal overkomen dat ik zo'n zware kaas uit mijn handen liet vallen, met het gevolg dat de kaas scheurde, maar gelukkig deed de kaasboer daar niet moeilijk over. Hoogstwaarschijnlijk niet, omdat hij de kaas ook in kleine stukken aan particulieren verkocht.

Om de korst van de kazen te harden werden ze gewassen met een mengsel van water en slaolie. Iedere keer dat ik kwam, kreeg ik daar dezelfde emmer voor, niet verschoond en met een dweil die alleen maar werd ingedoopt en uitgeknepen.

Op het laatst was het net bagger en zo ook mijn kleding en mijn haar.

Als beloning kreeg ik altijd twee bruine boterhammen met kaas en aan het eind van de week kreeg ik een stuk kaas mee naar huis. Maar het reinigen van mijn kleding kostte meer dan dat het opleverde, dus moest ik er van thuis mee stoppen, wat ik toch wel jammer vond.

Lang nadat ik er mee gestopt was, werd vanwege de slechte staat van de huizen, de bebouwing aan de Jagerskade afgebroken. Alleen het kaaspakhuis bleef staan. In 1970 werd het kaaspakhuis door een stel kwajongens in brand gestoken, maar veel schade kon dat niet meer aanrichten.

In het kader van het monumentenjaar in 1975 werd het gebouw door de gemeente opgeknapt, maar die wist niet goed wat ze er mee moest. Ene meneer van Doorn zag er wel iets in, kocht het en maakte er een horecagelegenheid van.

De heer van Doorn gaf het Vechthuis zijn naam.

Bij de restauratie is de voorgevel herbouwd in 19e eeuwse trant. Het pand is van bouwhistorisch belang voor wat betreft het casco, exclusief de voorgevel.

Sinds de jaren tachtig is het Vechthuis flink uitgebreid met een aantal panden en zalen en uitgegroeid tot een populaire locatie voor feesten en partijen.

G.van Veenendaal.

De oude Jagerskade, met rechts van het midden het oude kaaspakhuis.

 

 

Sloop van de Jagerskade vanaf eind jaren '60 tot en met de herbouw van het kaaspakhuis midden jaren '70 en de uitbreiding van Het Vechthuis eind jaren '80.

 

 

Wilt u reageren op dit verhaal klik dan hier

Terug naar verhalen.

 
 

 

 

|| Gerard van Veenendaal/Thea van Hoeijen || Copyright© 2012 || disign by Ron ||